Nederlandse Postuurkanarie Vereniging
 

Gloster corona

Gloster corona

 

Gloster consort

Gloster consort

 

Gloster kanarie

De Gloster is één van de kleinste Engelse postuurkanaries. In 1925 werden door Mrs. Rogerson uit Cheltenham de eerste twee kleine kuifvogels tentoongesteld. Later kregen deze vogels de naam Gloster, naar het district waar deze dame woonde.
Waarschijnlijk ontstond de soort daar uit de kruising van een Border met een gekuifde zangkanarie. Rond 1931 werd de eerste standaardbeschrijving opgesteld. De levendigheid, sterkte en het zeer makkelijke kweken waren de oorzaak van een snellere groei van dit ras.

Opmerkingen Gloster Corona/Consort.

Hoewel dit ras is ontstaan uit grotere vogels luidt de eis in Engeland toch: neiging naar verkleining, een miniatuurvorm. De Officiële Engelse Standaard geeft geen maat aan, maar er wordt een zo klein mogelijke vogel gevraagd. In het algemeen wordt door de Engelse speciaalclubs 4,5 inch (11,5 centimeter)als ideaal gezien. Helaas wordt deze maat slechts zelden bereikt, toch zal hierop goed gelet moeten worden, want de grootte heeft in dit geval een belangrijke invloed op de verschijning van de vogel. Een te grote Gloster zal nooit mooi de gedrongen lichaamsvorm tonen.
Bij de kuifvogels zal ook goed gelet moeten worden op de vorm van de kuif. Deze moet mooi gewelfd zijn, dus een kroonvorm. Een platte kuif is een fout bij deze vogels, ook mag de kuif niet te lang zijn, zodat hij over de ogen valt. Voor de vorming van een goede kuif en van een breed lichaam is een vrij lange bevedering noodzakelijk. Getracht moet worden om deze bevedering toch mooi aangesloten te houden. Een te ruwe bevedering in de flanken of losse veren op de rug dienen dan ook als een bevederingsfout bestraft te worden.
Bij de Consort zullen we ook moeten letten op een mooie ronde kop, want alleen met een goede ronde kop krijgen de latere jongen goede kuiven.