Nederlandse Postuurkanarie Vereniging
 

Makige frisé

Makige frisé

 

Makige frisé

De Makige frisé is waarschijnlijk in het midden van de twintigste eeuw ontstaan. Rond 1960 werd in Nederland een aantal van deze frisekanaries ingevoerd. Het heeft echter tot ongeveer 1985 geduurd tot er van de postuurkanarieliefhebbers enige serieuze belangstelling voor dit Japanse ras ontstond. Na meerdere pogingen is de Makige internationaal nog steeds niet erkend door de COM. In Nederland hebben we met ingang van 1993 dit frisékanarieras officieel toegelaten op haar wedstrijden.

Opmerkingen Makige frisé.
De krachtige houding van deze vogels moet onmiddellijk opvallen. De vrij lange poten moeten volledig gestrekt zijn, zeer belangrijk daarbij is dat de poten ook ver uit elkaar staan, de tenen moeten daarbij ook zeer stevig om de zitstok grijpen. Juist deze breed uit elkaar staande poten geven de vogels het rechthoekige uiterlijk, wat in de standaard onder omtrek gevraagd wordt.

De krulveren van deze vogel moeten flink overvloedig aanwezig zijn, deze overvloed valt niet altijd op omdat de krulveren, in verhouding tot andere frisérassen, vrij vast tegen het lichaam liggen. Vooral de twee hoofdkenmerken in de krulling van de Makige moeten duidelijk aanwezig zijn. Ten eerste de openstaande halskrulveren, lang en met een duidelijke scheiding midden op de keel. Ten tweede de krulveren op buik en dijen, de buikkrulveren zijn wat minder overvloedig dan bij de Parijse frisé, de dijen hebben meestal geen duidelijke krulveren maar vaak zijn het slechts ruw uitstaande veren die het onderlichaam toch het nodige volume geven.
De omtrek van de vogel moet een duidelijke rechthoek zijn. De schouders + schouderkrulveren vormen de bovenkant en een denkbeeldige lijn ter hoogte van het kniegewricht vormt de onderkant van de rechthoek. Als we de uiteinden van deze lijnen verticaal met elkaar verbinden hebben we een zuivere rechthoek, waar heel de krullende bevedering van de Makige zich in moet bevinden.