Zwitserse frisé
De Zwitserse frisé is een nog niet zo erg lang bekende frisékanarie. Hoewel ook in Zwitserland reeds in 1899 frisékanaries bekend waren, is de vorming van dit specifieke Zwitserse ras pas in een veel later stadium op gang gekomen.
De eerste officiële erkenning door de C.O.M. vond plaats in 1968. Toen werd de eerste standaardeis voor dit ras vast gesteld.
De Zwitserse frisé is ook een ras dat tot de licht gefriseerde soorten gerekend moet worden.
Hij komt voor wat betreft zijn krullende bevedering overeen met de Noord- en Zuid Hollandse Frisé.
Opmerkingen Zwitserse Frisé.
De afwijking ten opzichte van de Noord- en Zuid Hollandse frisé zit naast de houding, in de lengte van de poten die van een gemiddelde lengte moeten zijn (tussen Noord- en Zuid Hollandse frisé in).
Verder is het lichaam ook wat smaller.
De borstbevedering is in de vorm van een mandje, een fout is een losse halsbevedering.
De Zwitserse frisé moet een ellipsvormig lichaam hebben. De kop wordt naar voren gestrekt en de staart moet de tegen de zitstok worden gedrukt. De poten zijn niet volledig gestrekt maar de dijen worden tegen het onderlichaam gedrukt. De lichaamsvorm en houding zijn te vergelijken met die van de Scotch Fancy.
Doordat de staart tegen de zitstok wordt gedrukt zal een lichte bevuiling van de staart het gevolg kunnen zijn. Indien dit minimaal is zal een keurmeester de vogel er niet voor straffen. De Zwitserse Frisé heeft drie friseerpartijen die los van elkaar staan.
Vorm; de vorm is elliptisch, halvemaanvormig.
Poten; de poten zijn lang, iets gebogen. Dijen glad bevederd.
Kop; de kop is klein en ovaal van vorm. Hals/nek lang en smal.
Bevedering; kop, hals en onderlichaam moeten glad bevedert zijn.
Mantel; Manteau) symmetrisch, ca. 2/3 van de rug met een rechte scheiding in het midden van het rugdek.
Borstkrulveren; borstkrulveren (jabot) krullen moeten naar elkaar toe in de vorm van een korfje groeien.
Flankkrulveren; flankkrulveren (nageoires) symmetrisch opwaarts krullend naar de schouders toe.
Staart: staart lang, smal en iets gebogen tot onder de zitstok.
Vleugels; de vleugels lang en goed gesloten. Mogen niet kruisen.
Houding: de houding is halve maanvormig
Kleuren; Alle kleuren toegestaan, behalve rood
Kooi: Koepelkooi of Open universele postuurkooi (Noupekooi) (Noupekooi)